Je kan een rechte ingeven door een lineaire vergelijking in x en y in te tikken of via een vectoriële vergelijking (parametervergelijking). In beide gevallen kan je gebruik maken van eerder gedefinieerde variabelen (bijvoorbeeld getallen, punten, vectoren).
Opmerking: de vergelijking kan worden voorafgegaan door de naam van de rechte gevolgd door een dubbelpunt.
Voorbeelden
· Tik r : 3x + 4y = 2 om een rechte r in te voeren door middel van haar cartesische vergelijking.
· Definieer een parameter t (t = 3) vooraleer een rechte r door middel van haar parametervergelijking r: X = (-5, 5) + t (4, -3)in te voeren.
· Stel dat de parameters m = 2 en b = -1 werden ingevoerd, dan kan je een rechte ook ingeven als g: y = m x + b.
Related Topics
4.2. Directe invoer
xAs en yAs