Je kan punten en vectoren zowel met cartesische als met poolcoördinaten ingeven (zie Getallen en hoeken).
Opmerking: punten worden aangeduid met hoofdletters, vectoren met kleine letters.
Voorbeelden
· Om een punt P of een vector v in Cartesische coördinaten in te geven, gebruik P = (1, 0) resp. v = (0, 5).
· Om een punt P of een vector v in poolcoördinaten in te geven, gebruik P = (1; 0°) resp. v = (5; 90°).
Related Topics